Jeugdspelers

Training

Je jeugdspelers kunnen op twee trainingstypes tegelijk focussen, een primaire en een secundaire training. De primaire training heeft meer effect dan de secundaire. Je kunt ook dezelfde training kiezen voor zowel primaire als secundaire training (bv. verdedigen), maar het effect van de training is groter als je twee verschillende trainingstypes kiest.

Jeugdspelers krijgen training voor zowel competitiewedstrijden (volledig effect) als oefenwedstrijden (kleiner effect). Ze krijgen training per wedstrijd, en kunnen dus tot twee keer per week trainen. Je moet je trainingsinstructies ten minste 10 minuten voor het begin van de wedstrijd doorgeven. Het effect van de training vindt meteen na elke wedstrijd plaats. Je krijgt dan van jouw trainer een verslag met heel wat nuttige tips over de evolutie van jouw spelers. Zo kan je mogelijk ook een aantal van hun vaardigheden ontdekken:

Voor je primaire training zal jouw trainer je het huidige vaardigheidsniveau geven van één speler die minstens 44 minuten op een positie heeft gespeeld die training oplevert (meer dan een minuscuul effect). Hetzelfde geldt voor je secundaire training, maar hier geeft jouw trainer je het maximaal bereikbare potentieel i.p.v. het huidige niveau. Indien een speler dezelfde week het maximum bereikt in een trainbare vaardigheid, zal de coach niets melden over zijn potentieel, maar aangeven dat het geen zin heeft de speler nog langer op die specifieke vaardigheid te trainen.

Denk erom dat je geen verslag van de secundaire training krijgt als die identiek is aan de primaire. Als het niveau van alle spelers op een trainbare positie al bekend is, zal jouw trainer uiteraard niets nieuws kunnen melden. Als je bij affluiten minder dan acht spelers op het veld staan hebt, worden er ook geen vaardigheden onthuld.

Daarnaast zal jouw trainer je normaal het potentieel vertellen van een van de drie spelers met het hoogste potentieel in een vaardigheid die je niet traint.